In het zomerseizoen van 2001 en 2002 heb ik een poging gedaan om vanuit Lauwersoog via de oostelijke Wadden naar Greetsiel te zeilen. Naar verluid zou het een pittoresk vissershaventje aan de noordwest kust van Duitsland zijn.
Die twee pogingen zijn op niets uitgelopen. De eerste vanwege een opstekende storm waardoor ik moest uitwijken naar Delfzijl om binnendoor via Groningen terug te varen. De tweede vanwege het overlijden van mijn zwager. De snelste route naar huis was dezelfde als die in 2001 en gelukkig was ik nog net op tijd om Ken's afscheid mee te maken.
Het jaar daarop is het er, wellicht onder invloed van die trieste gebeurtenis, niet van gekomen om een derde poging te ondernemen maar in 2004 is het dan toch zo ver. De weersvoorspellingen zijn gunstig voor de heen- én de terugweg over de Wadden, en op zaterdag 5 juni om drie uur 's middags varen Drascombe "Chimera" en ik de jachthaven van Dokkumer Nieuwe Zijlen uit richting de zeesluis van Lauwersoog. Over het weer hebben we niets te klagen. Op wat mooie cumels na een blauwe lucht en een graadje of twintig. De noordwestenwind laat ons kruisen maar dat is met kracht 3 tot 4 goed te doen.

In de voormalige veerhaven van Oostmahorn maken we de traditionele koffiestop. De kantine van de surfschool daar is zo langzamerhand uitgegroeid tot een cafetaria met beschut terras en sinds kort is de surfwinkel ingericht als restaurant met bar. Waar die winkel is gebleven moet ik nog eens uitzoeken.
We steken weer van wal, het meer opkruisend naar de sluis, maar eerst maken we een tweede stop bij Jansma's botenshop en duikbedrijf om de reservetankjes te vullen. De oude Jansma ken ik nog van de camping in Oostmahorn. Hij was daar campinghouder, later havenmeester en voer af en toe uit met de reddingboot Gebroeders Luden. Wij waren indertijd een van de eersten die er een seizoenplaats aan het water huurden. Het was de tijd van Marty (Daan) als brugkikker en de jongens op de basisschool. Er werd fanatiek gevist vanaf de kant. De snoekbaars werd gefileerd en in de koeling bewaard. De paling ging in de bun. Dat was een oude wasmachinetrommel van roestvast staal die aan een lijntje onder water werd verstopt. Zodra het maal groot genoeg was werd de vangst schoongemaakt en gerookt in een rookvat uit Oost-Duitsland. Zo'n niet kapot te krijgen uitschuifbare cilinder van gegalvaniseerd ijzer. Een onverwoestbaar communistisch product. Vers gerookte paling voor de hele buurt. En allemaal gratis!
Nadat Jansma zijn eigen bedrijf was begonnen zijn we hem uit het oog verloren totdat ik op het meer ging zeilen. Het is het enige bedrijf aan het meer dat benzine verkoopt dus populair bij bezitters van buitenboordmotoren. Nu runt zoon Jansma het bedrijf en die vindt het best als ik daar even blijf liggen om in de vissershaven een gebakken visje te eten. Zegt het maar niet voort want anders wordt het te druk!
Aan de kade van Jansma bedoel ik.
Om 1830 liggen we in de sluis. Ik ben de enige en het schutten gaat vlot. Zodra we zijn gezakt kan ik met mast en al onder de brug door. Wanneer de sluiswachter dat door krijgt stopt hij onmiddellijk met het neerlaten van de slagbomen over de autoweg en opent de sluisdeuren.
De wereld gaat nu pas echt open en we varen de vrijheid tegemoet!
Met zo weinig verkeer kan ik in de haven al de zeilen hijsen en zo scherp mogelijk aan de wind beginnen we aan de oversteek van het Zoutkamperlaag. Of liever gezegd, de oversteken. Het is laag water dus we kunnen niet rechtstreeks naar Schiermonnikoog. Het Brakzand ligt vrijwel droog. We moeten kruisend richting het Roode Hoofd en dan zo kort mogelijk de hoek om naar Schier. Dezelfde route als de veerboot maar dan krapper omdat wij met het zwaard half neer aan 60 centimeter water genoeg hebben. Vastlopen is geen probleem want met alles 'op' steken we nauwelijks 30 cm. Wat een boot hé? Lopen we vast dan lopen we vast. Komen we niet meer los dan stappen we uit en hebben gelijk weer water onder de kiel. Zo zwaar ben ik wel. Tegenwoordig.

fotograferen met de helmstok onder de voet Al laverend komt de Glinder (geul naar Schier) uitermate langzaam dichterbij. De veerboot doemt op en ik probeer de slag zo te berekenen dat ik van dichtbij een plaatje kan schieten. Dat is hard werken want mijn stuurautomaatje werkt niet langer dan een paar minuten, dan loopt hij vast. Dus met de helmstok onder de voet en de camera in de hand moet ik de horizon in de zoeker recht zien te houden. Dat lukt min of meer maar als we weer overstag moeten ben ik rijkelijk aan de late kant. We lopen vast. De 10 cm ondiepte die in de kaart staat is echt 10cm! Wat ik net heb beschreven moet nu in de praktijk worden gebracht. Met het schaamrood op de kaken, dat wel.

via de Glinder naar de Siegewal Intussen wordt het steeds later. Een intelligente constatering, bedenk ik. Ik begin er genoeg van te krijgen. Van dat geteut. Ik wil de hoek om zodat de voortgang van het zeilen ook daadwerkelijk te zien is. Het laatste stuk wordt motorsailend afgelegd -Smis *) ziet het toch niet-  en met een half oog op de dieptemeter knorren we in 60 cm water om het rode hoofd van de Glinder. Dan is het halve wind, knorrepot omhoog, schoten gevierd en rust in de tent.
Dit is zeilen op zijn best. Kijk en dit kan me niet lang genoeg duren, maar ja daar is het Wad weer niet groot genoeg voor als je van zuid naar noord vaart. De Siegewal komt in zicht en opnieuw kruisend vinden we onze weg naar tonnetje tien. Tonnetje tien is rood en van hem uit oriënteer ik me om een mooi ankerplekje voor de nacht te vinden. Ik zoek een geultje op om zo snel mogelijk water bij opkomend tij te hebben.
Dit lijkt me een mooi plekje. Gauw zet ik een waypoint in mijn GPSje. Zo kan ik zelfs in dikke mist mijn plekje terugvinden.
Ik anker in 40cm water. Biertje open - tentje op. Ik geniet van de zonsondergang en wou dat moeders hier was om er van mee te genieten. Ik bel haar op en probeer haar een belofte te ontlokken om een van de volgende keren mee te gaan. Een van de volgende keren ... dat is zo vrijblijvend dat er nog wel een soort van goedkeurend gemompel van af kan. Ik moet dat anders aanpakken.
Genietend van de steeds veranderende kleuren van de lucht en het water, van de huilende meeuwen op zoek naar een slaapplaats, vooral ook van de slobberende lepelaars die nog net voor het opkomend tij wat te bikken zoeken, schrijf ik mijn journaaltje vol zonder welke ik dit verhaal niet had kunnen schrijven.
Zeilzak met oliekleding uit de kajuit in de kuip. Pispotje uit de kuip in de kajuit. Muggengaas voor de ingang. Slaapzak uitgerold. Nog even Gutennacht Morgen op Radio 1 horen en dan ... langzaam...in slaap...dommelen.
...kwist niet dat lee-lepelaars ook in zout water slubberen...
Snurk.

*) Als ik het leerzame boek "Kustzeilen met kleine jachten" van Hans Vandersmissen lees, kan ik het niet laten om af en toe te denken: Hans is een purist. Zeilen doe je zonder motor. Diepte meten doe je met een stok. Positie bepalen doe je met een peilkompas.

Ik ben zo vrij daarover met hem van mening te verschillen. Een motor is een safety device. Een dieptemeter en een GPS zijn handige hulpmiddelen, verhogen de veiligheid en zijn leuk om mee te spelen. Ik houd van het oude handwerk, zeker, maar ik vind de nieuwe techniek óók leuk. Daar is toch niks mis mee?

Waarschijnlijk zullen wij onze meningen nuanceren als ik hem (hopelijk) ooit nog eens face to face te spreken krijg.

Om 0730 dwing ik mezelf om op te staan. Had nog wel wat door willen pitten maar ik wil nog even het dorp in. Het is nog fris. Als ik het laatste deel van de terugweg niet wil zwemmen moet ik binnen twee uur terug zijn. Ik had die tijd wel langer kunnen maken door hogerop het strand te gaan liggen maar we moeten vandaag nog in Noordpolderzijl zien te komen en dan moeten we niet te laat weg. Met mijn schoenen bungelend aan de rugzak loop ik blootvoets over de Siegewal naar het dichtstbijzijnde duin.
Het terrein bestaat uit zand met een dun laagje slik er bovenop. Het voelt wat soppig aan maar geeft toch een aangenaam gevoel, alsof je voeten zachtjes gemasseerd worden. Hoe ik de troep straks tussen mijn tenen vandaan krijg zie ik nog wel.
ze ligt alweer in 40cm op me te wachten Hier en daar is wat lage groene begroeiing te zien. Onder andere het eetbare zeekraal. Door een van de natuurbeheerders van het eiland heb ik me ooit eens laten vertellen dat er helemaal niets geplukt mag worden.
-'Waarom niet? Het stikt hier van het zeekraal'.
-'De toerist wordt niet geacht het onderscheid te kennen tussen beschermd en niet beschermd gewas, dus is alle plukkerij verboden, dat is het zekerst (grijns)'.
Samen lekker kauwend op een bosje kraal vertelde hij me dat.
Rauw gegeten is het trouwens heel erg zout. Gekookt smaakt het beter en is erg gezond. Ik neem me voor om op de terugweg een paar bosjes mee te nemen voor de avondmaaltijd.
Eenmaal in het duinzand lost het probleem van smurrie tussen de tenen zich vanzelf op. Het droge witte duinzand schuurt alles netjes schoon. Gezeten op het monumentje op de dijk gaan de schoenen aan en na een kwartiertje loop ik het dorp in.
Warme chocolademelk drinken op het terras van Hotel van der Werff en tot de ontdekking komen dat de warme bakker op deze zondag pas om tien uur open gaat... Da's balen want ik moet wel terug om op tijd te kunnen afvaren. Dan maar geen lekker vers brood. Ik heb nog wel wat noodrantsoen.
Als ik tegen half elf bij de boot kom ligt ze alweer in 40cm water op me te wachten. Eerst de scheepvaartberichten uitluisteren:

klik voor vergroting De wind is gunstig geruimd naar west tot noord-west 3 tot 4. Verder de gebruikelijke gegevens zoals waterstanden en getij. Een bijzonderheid is dat er bij Noordpolderzijl een kadaver van een Potvis is gesignaleerd, "de scheepvaart dient hier rekening mee te houden", in dubbel opzicht een dooddoener.

Klik hier voor scheepsweerbericht (5/6).

We gaan anker op en zonder rif in het grootzeil gaat het hard richting Balgzand. Inmiddels is de vloed al flink aan het doorzetten zodat we een heel stuk kunnen afsteken richting Groningerbalg. Een andere naam voor deze geul is Poepegat. Ik moet toch eens uitvissen waar die naam vandaan komt.

klik voor vergroting

klik voor vergroting Aan stuurboord ligt het zuidelijke deel van het Lutjewad en daar weer achter de Marnewaard waar soms schietoefeningen worden gehouden. Het gebied waar de scherven terecht kunnen komen is gemarkeerd met grote gele lichtpalen waarbinnen geen schepen mogen komen. Een troep zeehonden ligt daar net buiten, alsof ze weten dat ze daar veilig zijn. Ik haal fok en druil in en laat de grootschoot vieren. Geruisloos drijven we voorbij terwijl ik met de telelens foto's van ze schiet. Een paar liggen met lodderige ogen naar ons te loeren maar de meesten zijn niet in Chimera en mij geïnteresseerd.
Even later loopt vanuit Lauwersoog een sloepgetuigd zeiljacht van een meter of tien ons op. We kunnen hem aardig bijhouden door de fok uit te bomen terwijl zij beide zeilen aan stuurboord hebben staan. Zo schermt hun grootzeil de fok af die steeds de neiging heeft naar bakboord te fladderen. Bovendien kunnen wij rechtstreeks het wantij over zeilen terwijl zij, vanwege hun diepgang een 'hobbel' om de noord moeten nemen. Het gevolg is dat we gelijktijdig aankomen bij de geul van Noordpolderzijl.
Zij steken waarschijnlijk te diep voor het droogvallende vluchthaventje en gaan verder richting Uithuizerwad. Wij meren af in het uiterste hoekje van de haven. Geen potvis gezien.
Later hoor ik dat hij waarschijnlijk al gevild was voordat ik in NPZ aankwam.

Klik hier voor de potvisafslag(t).

vluchthaven Noordpolderzijl In het Sielhoes betaal ik drie euro liggeld zonder douche. Was er vorig jaar nog een slecht onderhouden 'douche op eigen risico', dit jaar is er geen. Da's nou jammer want ik had er op gerekend dat er dit jaar een mooie nieuwe schone zou zijn.
Na het verorberen van een Hollandse Nieuwe maak ik schoon schip, meld me telefonisch af bij moeders en maak een Struikse Lasagna klaar. Sommigen walgen van het spul maar aan mij is het wel besteed na een lange zeildag.

Om 2000 begeef ik me weer naar het Sielhoes voor de koffie. Ik hoor van de 'patrone' (die lijkt op Angela Groothuizen) dat het Waterschap en de Provincie niet op een lijn zitten waardoor het vernieuwen van het sanitair niet opschiet. Ook het baggeren van de geul en het onderhoud van de prikken komt hierdoor in de verdrukking. Is dit nu een vluchthaven? Een rondvaartboot is al 2x blijven steken waardoor de rondvaart in duigen viel. Ik kan het allemaal niet zo erg vinden. Laat het alsjeblieft zo primitief blijven. Drascombe varenden moeten er niet aan denken dat de projectontwikkelaar die hier een marina wil aanleggen zijn zin krijgt.
Angela vertelt me dat ze vannacht in geval van nood met een steentje tegen de ruit gewaarschuwd kan worden omdat de bel het niet altijd doet. We zijn het er over eens dat in DNZ eigenlijk 'niets' is en dat dat zo moet blijven.
Om een uur of negen kruip ik de kooi in en lees een hoofdstukje De zaak Louis Bert van Simenon onder het genot van een restantje Southern Creek van de Aldi.
De damwand van Noordpolderzijl werkt als klankbord, sommige schippers(en) kunnen geen twee minuten hun kakel houden, daarom val ik pas tegen twaalven in slaap.

Vroeg naar kooi betekent ook vroeg op.
Om 0615 begin ik alvast maar met de sanitaire bezigheden. Daarna in heerlijke eenzaamheid rondwandelen en plaatjes schieten van de spuisluis.
de (oude) spuisluis van Noordpolderzijl Na het ontbijt aan boord drink ik om 0900 koffie in 't Zielhoes. Angela heb ik niet uit bed hoeven te tikken en ik bespreek met haar de VHF ontvangst in Noordpolderzijl. Ja, ze had er al eerder van gehoord: de ontvangst van het weerbericht van de toren van Schier is hier slecht, vooral in het hoekje waar ik lig. Daarom ga ik bij de buurman op bezoek die een VHF antenne hoog in de mast heeft.
Lauw Loenen. Tot zijn verbazing vangt hij ook niks. Dan bel ik Schier maar met de GSM. Verkeersleider is verbaasd dat we niets ontvangen maar geeft ons direct het laatste weer, wenst ons goede vaart en stelt voor nog even de VHF te proberen als we buitengaats zijn. 't Zielhoes Fijne kerels! En dan te bedenken dat de politiek steeds maar weer deze mensen werkloos wil maken om een paar centen uit te sparen. Nelie Kroes als eerste. Tut hola!
Tegen elven zijn we op weg met twee riffen in het grootzeil. Saafetie furst nietwaar. De wind neemt geleidelijk af en het tweede rif gaat eruit.
We ontmoeten opnieuw het zeiljacht Sékob van gisteren. Ze zijn bezig ankerop te gaan. Later hoor ik van ze dat ze bijna bovenop hun anker zijn drooggevallen. Daar moet je ook al weer alert op zijn!
Op het Uithuizerwad (zie routekaart hier beneden) steken we weer zo veel mogelijk af. Misschien kunnen we zo de Sékob voor blijven net als gisteren. Ik besluit naar Borkum te gaan in plaats van naar Greetsiel. Dat kan woensdag nog wel. Dat is zelfs gunstiger in verband met de stroom. Zodra we de Oude Westereems opvaren trekt de wind aan maar zolang er niet al te veel schuimkoppen zijn reef ik niet. Vooral ook omdat de Sékob, die toch wel ruim een meter langer is dan Chimera, ons oploopt.
Borkum is net bezeild, de wind trekt aan tot 5 à 6. We lopen ruim 5 knopen, ondanks de golven. Naarmate we het grote open zeegat naderen worden de golven hoger. Het schuimt steeds meer en het wordt nu echt nat in de kuip. Chimera laat zich niet kennen en loopt met drie zeiltjes (grootzeil weer twee riffen) steigerend haar rivaal achterop.
Als we de vaargeul oversteken krijgen we de wind van achteren. Dat betekent soms stevig sturen en ook surfen. Dit is echt zeilen. Mozes wat gaat dat hard! Soms halen we zeven knopen.
Om 1600 lopen we de jachthaven in, maken een praatje en schoon schip. De schipper van de Sékob zit in zijn kuip een weemoedig deuntje op zijn trekorgel te spelen. Wat een contrast met de ruige zee van daarnet.
"Dat was lekker zeilen", vertrouwt zijn vrouw mij toe als ik langs loop. Volgens haar informatie is de wind 6 á 7 geweest. "Ja, was best leuk hè", antwoord ik achteloos alsof ik ook dagelijks dit soort ruigheden op zee meemaak.
- "Hoe lang zijn jullie?"
- "Acht meter en nog wat". Ik knik bescheiden maar denk bij mezelf: sodeju wat is mijn Chimeraatje toch een kanjer! Borkum Stom genoeg laat ik me bij de havenmeester voor 7 meter inschrijven. Chimera is 6m63 en dat rond ik altijd naar beneden af. Nu zitten we voor goed als 7m in hun computer. Ik betaal E7.- in plaats van 6 en bovendien zestig cent voor twee broodjes voor morgenochtend. Dat maakt het weer goed want de Duitse broodjes zijn bij mij zeer populair.
In mijn journaal van toen lees ik nu: Potje koken (tomsoep + struik stroganof + droë rooi + potje yoghurt = lekker), douchen, afwassen, Irish coffee, wandeling naar nieuwe haven, nu 2200, journalen, lezen, pitten. Dat betekent:

Na een geweldig diner van een excuise gebonden romige tomatensoep als entree, nuttigen we een beaf stroganoff in romige saus, begeleid door een volle doch niet te zware droge rode wijn, gerijpt op de noordelijke hellingen van het Suid Afrikaans Wijngebergte, afgesloten met een zacht fruitig warm aandoend roomijsje gevolgd door een bescheiden glas honderdjarige Ierse whiskey. Waarna een door jonge maagden verzorgd bad en een romantische wandeling in het maanlicht langs de nostalgische zeilvaarders van weleer een verkwikkend eind aan deze onvergetelijke avond maakt.
Het is zes glazen in de avond als we ons op de scheepspeluw te rusten begeven.

klik voor vergroting van 225Kb     vluchthaven NPZ     het hoekje zonder VHF ontvangst

Links: Routekaart Noordpolderzijl - Greetsiel     Midden: Overzicht vluchthaven Noordpolderzijl     Rechts: Het hoekje zonder VHF ontvangst


Borkum De douches in de jachthaven van Borkum zijn goed maar de doucheruimte is nog steeds veel te warm. Het lijkt wel of ze de kachel niet laag kunnen zetten, dat was de vorige keer dat ik hier was ook al zo. Trouwens, in deze tijd van het jaar is helemaal geen kachel nodig. Stelletje koukleumen. De douchecabine's hebben geen deuren of gordijnen. Het lijkt de Kriegsmarine wel. Misschien is het daar wel een overblijfsel van. Is dit vroeger niet een marinehaven geweest? De stalen legerpontons die hier en daar nog worden gebruikt wijzen daar wel op.
Ik maak een praatje met twee Nederlandse jongelui die schuin tegenover ons met hun Cornish Shrimper liggen. Mooi bootje! Borkum Toen ik in de zomer van 2000 in Engeland op zoek was naar 'een bootje voor mij alleen', was de Shrimper een van de mogelijke kandidaten. De dure pond was de reden dat ik niets geschikts kon vinden. In Nederland was nergens een gebruikt exemplaar te koop en zo ben ik bij mijn Chimera terecht gekomen. Geen moment spijt dat het zo gelopen is!
Borkum Het is om 1000 laag water dus een half uur daarvoor vertrekken we om zo lang mogelijk profijt te hebben van de vloedstroom in de Eems. Het blijkt dat we wel eerder hadden kunnen vertrekken want de stroom zet nu al door. Dat betekent tegenstroom in de Fischerbalje. De wind is noordoost 3 maar we komen nauwelijks vooruit. Met de motor bij en een strot gas lopen we nog maar drie knopen grondsnelheid. Da's iets om te onthouden voor een volgende keer. Zodra we in de Eems de stroom mee krijgen loopt de snelheid op. Motor uit en op. Daarna gaat het hard. Met vol zeil en halve wind lopen we zes knopen over de grond ondanks de matige wind.
We blijven noord van de vaargeul, houden de rode tonnen aan stuurboord en voelen ons zo veilig voor het grote scheepvaartverkeer. De veerboot van Emden naar Borkum komen we als eerste tegen. Veel mensen zwaaien, da's niks bijzonders, dat gebeurt altijd wel bij een veerboot maar daar opent waarachtig de schipper de deur van de brug om ook uitbundig te zwaaien. Dat overkomt me wel eens bij sommige vissermannen uit Lauwersoog maar een schipper van een veerboot, nee dat heb ik nog niet meegemaakt. Zeker een Drascombe liefhebber.
Borkum                     Borkum                     Borkum
De volgende opvallende tegenligger is een supersnel superdeluxe motorjacht, waarschijnlijk bij Huismans Shipyard gebouwd. Die zijn vast geen Drascombe liefhebbers en zwaaien dus niet. Zijn trouwens te ver weg om te zwaaien.
En dan -een grotere tegenstelling is nauwelijks denkbaar- een mooie nostalgische rondvaartboot. Hier geen zwaaiers. Hij vaart zonder passagiers.

Na een poosje is het opletten geblazen. We moeten ergens bakboord uit, de Emshörnrinne in. Dat zijn de Duitse Wadden en die zijn nieuw voor mij. Voor de zekerheid maak ik een waypoint want de bakens liggen hier nog niet al te dicht bij elkaar. Borkum Dan heb ik in elk geval een orientatiepunt als het zicht slechter wordt.
Al gauw wordt duidelijk wat de schipper van de Sékob mij al heeft verteld. Tussen de rode tonnen O36 en O30 loopt een tegenstroom uit de Osterems. Weliswaar niet langer dan een mijl of twee, maar er moeten toch wat extra kolen op het vuur om een redelijke grondsnelheid te behouden.
In de geul zuid van het Hamburger Sand krijgen we diezelfde stroom weer mee. Wat een leuke afwisselende route! Zo zijn we in no time bij de sluis die toegang geeft tot het Schiffahrtskanal dat naar de haven van Greetsiel leidt. Ondanks het feit dat het inmiddels drie uur na laag water is, zakken we wel drie meter. De landvasten zijn maar net lang genoeg.

In 1989 schreef Jan Heuff in zijn Vaarwijzer voor de Duitse Wadden over Greetsiel:

... Greetsiel is een aantrekkelijke havenplaats, die beslist niet overgeslagen mag worden. Wie deze vissershaven niet kent, heeft het mooiste van de Duitse Wadden- en garnalen cultuur gemist. Ondanks de gedeeltelijke inpoldering van de Leybucht zal de vissersplaats haar karakter behouden ...

... Greetsiel is een belangrijke vissershaven, maar tot de geplande afsluiting sterk van het getij afhankelijk. De BB kade van het driehoekige havenbekken is onbruikbaar. Aan SB zijde ligt over de volle lengte tot vier rijen dik de omvangrijke vissersvloot. In een hoekje aan SB de kleine jachthaven ...

... Greetsiel mag de mooiste vissershaven aan de Oostfriese kust worden genoemd, met de grootste kottervloot. Bekend is de plaats ook om haar beide molens. Als begin jaren negentig de haven getijonafhankelijk wordt, komt op de landtong tegenover de huidige jachthaven een nieuwe haven. De oude spuisluis ('siel') wordt weer in ere hersteld. Ook de O kade krijgt een functie. Overigens zal de haven haar huidige karakter behouden ...

... Bezienswaardigheden. Vissersvloot; oude gevels langs de haven; havenpleintje; voormalige spuisluis; molens. Buiten het dorp: inpolderingswerkzaamheden; oude vuurtoren aan de dijk. In het naburige dorp Pilsum: grootste kruiskerk van Ostfriesland (zojuist gerestaureerd).

De geul tussen sluis en haven gaat langs een vogelparadijs. Ik zie twee lepelaars en een soort reiger met lange sik die in eerste instantie op een Maribu lijkt. Wat het precies voor een vogel is kan ik niet ontdekken. In elk geval is dit natuurgebied, dat net als de Lauwersmeer bij ons is ingepolderd, een oase van rust voor allerlei zwem- kruip-, loop- en vlieg-dieren. Alleen kun je hier niet ver kijken vanwege de hoge kanten aan weerszijden van de geul. Je voelt de onwezenlijkheid van de overgang. De overgang tussen het vroegere Wad en de nieuwe ingepolderde natuur met zijn eigen nieuwe mogelijkheden en charme.
Aan het eind van de geul moeten we een scherpe draai naar stuurboord maken en plotseling ligt daar verrassend het haventje van Greetsiel.
eerste indruk van het haventje van Greetsiel Het is nog vroeg in de middag en alles straalt rust uit. Het grootste deel van de vissersvloot is op zee. Er liggen maar een paar scheepjes aan de kade, kennelijk om te laden of te lossen of misschien te wachten voor een onderhoudsbeurt op de helling.

 een onderhoudsbeurt op de helling van Greetsiel Aan bakboord ligt het nieuwe jachthaventje. Ik bemachtig een mooi plekje aan de buitenkant van de buitenste steiger. Chimera draait haar kontje naar het dorp. Zo liggen we beschermd tegen nieuwsgierige blikken van steigerlopers en hebben we een mooi uitzicht op het dorp en langsvarende bootjes.
Om 1600 loop ik het dorp in voor inkopen. Greetsiel is inderdaad een pittoresk oud vissersdorpje maar zo te zien heeft ook hier het toerisme toegeslagen alhoewel, vooralsnog niet bovenmatig hinderlijk. Gelukkig hebben ze hier nog geen hangjeugd.

Als ik een paar blikjes bier wil kopen blijken die niet meer in de schappen te liggen. Ze worden niet meer verkocht vanwege de nieuwe statiegeld-op-blik regeling. Zo lossen de Duitsers rucksichtslos het blikprobleem op. In plaats van het blik koop ik een fles van Die Legende vom Schwarzen Ritter onder controle van het Bayerischen Reinheitsgebot. Dit bier blijkt veel beter te smaken dan de blikjes die ik op het oog had. Het roept bij mij zelfs nostalgische gevoelens op vanwege het verhaal over De schimmelruiter van Theodor Storm. Samen met het Struikse lasagna genot heb ik er weer een genoeglijke avondmaaltijd aan.

De schimmelruiter
(Oorspr. Der Schimmelreiter)
is een kunstig vlechtwerk van verschillende raamvertellingen.
Storm situeert de dramatische gebeurtenissen die leiden tot de ondergang van de ambitieuze, jonge dijkgraaf rond het jaar 1750. Het decor wordt gevormd door het weidse polderland, met naar het binnenland toe de hoger gelegen geestgronden en aan de zeekant het waddengebied.
Dit land wordt niet alleen beschreven, maar Storm laat het ook horen: de vogels zingen, de regen klettert en de branding dreunt.

Pandora Klassiek
© 1991 Uitgeverij Contact
ISBN 90 254 9759 4 NUGI 301

Na de avondmaaltijd aan boord geniet ik van een weldadige douchebeurt. Het sanitair in de clubboot is uitmuntend.
Met een kriebelend schoon gevoel kruip ik de kooi in en na het weerbericht voor morgen, het journaal in modern stenoschrift en een telefonisch verslag van deze dag aan moeders, val ik al lezend in slaap.

CU2morrow.

De jachthaven van Greetsiel (klik voor vergroting)

 jachthaven van Greetsiel

De vissershaven ---> Het dorp --->

 vissershaven van Greetsiel                  vissershaven van Greetsiel                  Greetsiel                  Greetsiel                

De zoetwaterkant --->

 Greetsiel                  zoetwaterkant van Greetsiel                  molens van Greetsiel                  molens van Greetsiel


Al om zes uur kruip ik de kooi uit. Ik wil nog even het dorp in voor we vertrekken. Ik probeer het Duitse weerbericht op de marifoon uit te luisteren maar dat gaat niet best. Toch begrijp ik dat de wind, die nu NW is, gedurende de komende dagen in die hoek zal blijven zitten. Dat valt tegen. Na de NO wind van gisteren had ik nog zo gehoopt over het Wad terug te kunnen zeilen maar dat zit er nu natuurlijk niet meer in. Tenminste, niet op de eenvoudige manier. Eigenlijk zou ik nu een plan moeten maken om toch terug te kunnen zeilen. Gebruik makend van het tij en de keus om Schier over Zee of over 't Wad naar het westen te passeren, had dat waarschijnlijk wel gekund. Had wel een dagje langer geduurd maar dat is geen reden om het te laten. Nee, wat me er van weerhoudt is het slechte zicht en het onbetrouwbare vooruitzicht van de windsterkte. Ik vind het gewoon te link. "Geen goed zeemanschap", fluistert het in mijn hoofd.
klik voor vergroting Ik heb gisteren al een voor mij nieuwe stap in het ongewisse genomen door met windje 6 de Eemsmond over te steken. Laat ik een nog verdere stap maar even uitstellen tot een volgende keer. Er moet toch iets nieuws voor later overblijven? Bovendien begin ik moe te missen. Da's toch ook een goede reden, nietwaar?
Na de warme douche haal ik bij de warme bakker in de haven een paar van die heerlijke Duitse broodjes. Twee voor nu, twee voor onderweg. Ik loop nog even verder het dorp in. Gewoon tussen de woonhuizen door, zo leer je een dorp of stad het beste kennen. Er zijn heel veel Ferienhauser zu vermieten. Het vissersdorp verdient zijn boterham duidelijk niet meer met vissen alleen. Het dorpje is heel pitoresk maar op een onmiskenbaar Duitse manier. Wat is het Duitse woord voor pitoresk?
Ik wander terug naar de haven, maak de boot klaar en vertrek om 0900 als de meeste passanten wakker beginnen te worden. We varen weer via het vogelreservaat naar de sluis die nog min of meer slaapt. Na 5 minuten wachten geef ik een toet en 5 minuten daarna worden de enorme sluisdeuren achter me gesloten. Het geeft een synister gevoel zo alleen in de diepte tussen de hoge sluiswanden. Er is weinig hoogteverschil want om 1100 is het LW en de deuren gaan al snel verademend open.
Het zicht is niet best en er staat flink wat golfslag vanwege wind tegen stroom. Af en toe miezert het wat. Daarom voel ik me genoodzaakt de radarreflector op te bouwen. Na enig stoeiwerk met de klapperende druilschoot lukt het en al gauw neemt de reflector de plaats in van de vlag in de bezaansmast. Je moet bedenken dat de automaat niet onder deze omstandigheden gebruikt kan worden omdat hij het op de meest onverwachte momenten laat afweten. Dus moet ik met een voet de helmstok bedienen, met twee handen de reflector opbouwen en met een derde hand de steeds losschietende druilschoot in bedwang houden. (Die schoot zal voor de volgende trip vervangen worden.)
We lopen 5 knopen stroomafwaats in de richting van het wantij. Ik ga proberen het ondiepste deel te omzeilen. Daarvoor heb ik een waypoint gemaakt dat me zelfs bij LLW in 30 cm water moet blijven houden. Met behulp van het vloeistofkompas en de GPS track varen we in een kaarsrechte lijn naar het waypoint. Toch lopen we vast in 15 cm water. Vervroegde lunchtijd dus.
Omstreeks 1200 zijn we weer op pad. Zeer kalm aan, beducht als ik ben voor een beschadigde schroef of erger nog, een gebroken breekpen. Heb ik eigenlijk wel reserve pennen? Ja, maar of ze passen? Ze waren bedoeld voor de vorige motor. Er is geen tijd om dat te controleren want hoe dichter we bij de Eems komen hoe knobbeliger het wordt. Gelukkig wordt het zicht beter zodat ik de grote zeeschepen en surfende veerboot op tijd aan kan zien komen. Vanwege de toenemende tegenstroom moeten we steeds meer vaart maken. klik voor vergroting Toch kan Chim ook nu weer heel goed meekomen met een groter zeiljacht. Tot aan de eerste rode ton in de Ems is het hard werken en als we de grote vaargeul veilig zijn over gestoken draaien we naar een zuidelijker koers en valt de wind gunstig in. Met wind en tij mee is het herenzeilen. De wind neemt ook wat af dus het rif kan er uit. We lopen nu minimaal 6 knopen grondsnelheid! Soms zelfs even 8.
Ik krijg een idee. Per mobiele telefoon informeer ik Yolande dat we tussen vijf en zes in Delfzijl zullen liggen.
- "Heb je zin in een Ti Pan bij de Chinees in Delfzijl?"
- "Wat dacht je wat? Altijd!" is het antwoord.
En dus stapt ze in haar Fiatje in plaats van in de trein, zoals ik gedaan zou hebben. Maar ja, zij drinkt geen alcoholische drankjes en kan zich dat permitteren.
Met deze wind en stroom zijn we in no time bij het Zeekanaal en om 1530 liggen we al in de Delfzijlse jachthaven van zeilvereniging Neptunus. Vertrouwde haven. E 6.50 inclusief onbeperkt douchen in de mooie clubhuisboot. Da's nog eens wat anders dan de gemeentehaven van Schier!!
Als ik om 1800 lekker ruikend uit het douchehok stap loop ik Y. op de steiger tegen het lijf. Wat een timing!
Samen huppelen we naar de Chinees alwaar we ons lekker laten verwennen met het heerlijk vlammende en sissende gerecht van garnalen (zij) en rundvlees (ikke).
Het wordt een fijne avond en tegen 2200 tuft Y. weer huiswaarts en kruip ik m'n kooi in om al snel in een min of meer bewusteloze slaap te rollen.


Ik slaap iedere keer toch wel heel erg lekker in mebootje en na die heerlijke maaltijd van gisteravond zou ik vanochtend eigenlijk nog wel even lekker in m'n kooi willen nagenieten. Maar mis, ik moet vroeg weg wil ik mijn belofte om vanavond in ons eigen bed te slapen, waarmaken. Het is een flink end naar onze thuishaven Lunegat in Dokkumer Nieuwe Zijlen.
We moeten terug motoren door het Eemskanaal naar Groningen. Daarna over Reitdiep en Lauwersmeer.
De wind is nog steeds westelijk. Eigenlijk is het Eemskanaal alleen bij een harde oostelijke wind bezeild en het Reitdiep is eigenlijk helemaal nooit bezeild vanwege de meanders en de hoge beschoeiïng en begroeiïng.
Voor de zeesluis van Delfzijl lig ik weer lang te wachten. Op mijn oproep via de praatpaal wordt niet eens gereageerd. Ik kom in de verleiding mijn illegale VHF te gebruiken. Van andere Drascombe varenden verneem ik steeds dat brug- en sluiswachters hierover niet moeilijk doen maar ik kijk wel uit. Je zult zien dat ik de eerste ben die problemen krijgt. Bovendien heb ik daar die VHF niet voor gekocht. Ik heb geen radio nodig om door een sluis te komen. Hij dient maar één doel en dat is het weerbericht. Behoudens noodgevallen natuurlijk. Uiteindelijk shuffel ik de sluis door zonder een mens gezien te hebben.
Zoals gebruikelijk is de vaart door het kanaal eentonig. Ik neem de gelegenheid te baat om schoon schip te maken. Daarvoor kan mooi de electrische stuurautomaat gebruikt worden. Af en toe moet ik snel naar het achterschip om hem uit te schoppen voordat hij me de dijk op stuurt. Wat een pokkeding! Ik neem me voor om na thuiskomst als eerste de klus op me te nemen om het kreng te repareren en als me dat niet lukt een andere aan te schaffen. Van een ander merk uiteraard.
Ik kan me nu ook weer eens lekker uitleven in het half strijken van de voormast om zonder opening onder een brug door te tuffen. Sommige bruggen zijn zo laag dat ook de bezaansmast eruit moet. Een enkele brug is zo laag dat ik er zelfs met beide gestreken masten niet onderdoor kan (< 2 meter). Zo wordt de verveling bestreden.

dat zal een juweeltje worden Een hele poos al worden we achtervolgd door een mastloos zeiljacht en even voor de Noordersluis dreigt het ons op te lopen. Beetje kolen op het vuur, net genoeg om als eerste bij de wachtsteiger te arriveren. Het is een 10 m. conservatief gelijnd, gerestaureerd varend casco.
Na ons bij de sluis aangemeld te hebben maak ik een praatje met de opvarenden van het jacht. Twee jonge kerels die me vertellen het schip in Zweden te hebben gekocht en in Duitsland te hebben gerepareerd. In hun thuishaven, ergens bij Amsterdam, zal het verder worden afgebouwd. Dat zal een juweeltje worden!
Tussen Eemskanaal en Reitdiep loopt een stukje Van Starkenborghkanaal. Als we rechtdoor zouden varen zouden we in onze woonplaats uitkomen. We gaan echter stuurboord uit het Reitiep in.
klik voor vergroting Ik krijg weer een idee. Met mijn mobieltje informeer ik Yolande dat we over een half uur in Garnwerd zijn. Garnwerd is een mooi klein dorpje met een oude ophaalbrug, een herberg, camping en jachthaventje aan weerszijden van de brug. Dit alles onder toeziend oog van een gerestaureerde windmolen.
- "Zin in een kopje koffie?"
- "Goed idee. Ik kom er aan"
We meren af naast een bruine Tjalk en even later zitten moe en Chico de Schnautzer en ik relaxed onder de bomen van de herberg. Eigenlijk vind ik het wat laat voor koffie en bestel een traditionele Groningse mosterdsoep. Lekker soepie, maar die van mijn stamkroeg is beter. Mijn relaxen wordt hevig verstoord door Chico die een rivaliserende collega onder een belendend tafeltje te voorschijn ziet komen. Ze neemt een run maar vergeet daarbij even dat ze aan een variabele hondenlijn met inrolveer vast zit. Zo'n gemeen dun rotlijntje weet je wel. Aangezien ze een bochtje om mijn blote been moet nemen fungeert deze als rolpaal. De striem die het gevolg is wordt in de loop van de dag steeds roder en verdwijnt pas na ruim een maand.
klik voor vergroting De verdere tocht over het immer mooie Reitdiep verloopt in alle rust en schoonheid. Die schoonheid wordt benadrukt door een prachtig tafereeltje waarin een stel uitgelaten paarden op de dijk een bewegend schilderij vormen. Ik heb ze tijdens mijn vorige tochten over het Reitdiep al eerder gezien. Steeds is het genieten van deze mooie dieren. Het lijkt wel alsof ze altijd vrolijk zijn. In elk geval wel elke keer als wij langs varen. Ik neem me, zoals steeds, voor om deze plek eens over land op te zoeken en te proberen een praatje met de boer te maken.
Eens komt het er van.

klik voor vergroting Het Reitdiep houdt op bij Zoutkamp. Vroeger moest hier worden geschut om in de Lauwerszee te komen. Nu staat de sluis vrijwel altijd open en kun je doorvaren naar het Lauwersmeer. Wat vroeger een modderige geul door de Wadden was is nu een mooi verlengde van het Reitdiep met aan weerszijden groene wetlands. Thuisland van veel soorten inheemse vogels en pleisterplaats voor passanten.
klik voor vergroting In dit open terrein wordt het interessant om weer eens wat zeiltjes in gereedheid te brengen. Zodra het meer is bereikt gaan ze omhoog en kunnen er weer wat kruisrakken afgelegd worden. Zo valt er vandaag toch nog wat te zeilen. Het zicht is inmiddels ook weer prima en zo eindigt de dag toch weer op een wijze waarom het allemaal begonnen is.
Om 1900 lopen we het Lunegat binnen. We zijn vandaag elf uur onderweg geweest en eerlijk gezegd ben ik nu wel een beetje gaar. Na Chimmetje liefdevol te hebben toegedekt rijd ik naar huis om nog net op tijd, voor negen uur, naar de stembus te gaan om klokkeluider Paul van Buitenen aan een zetel in het Europees Parlement te helpen.

Alles bij elkaar zijn het een zestal interessante dagen geweest. Weer veel geleerd en weer veel vertrouwder met mebootje geworden. Om alles nog eens te recapituleren teken ik de route in een kaart met alle plekken waar ik aan land geweest ben.
Bij een volgende trip naar de duitse wadden wil ik Nordeich en Juist aandoen en Borkum vanuit het oosten naderen.
Aan een ieder die het heeft kunnen opbrengen het hele verhaal tot het einde toe te lezen: te selutant!
Misschien tot een volgende keer. klik voor vergroting


terug naar de eerste dag

-oOo-