Het aantal zeiltripjes dat ik met mijn geliefde Chimera heb gemaakt waarvan ik geen verslag heb gedaan is groot. Daarom heb ik bedacht zo af en toe eens iets uit mijn herinnering op te diepen en neer te schrijven. Ik zal beginnen met een tripje dat maar steeds in mijn herinnering terugkomt. Vooral omdat het zulke mooie waddenbeelden bij mij oproept. Ik had net een nieuw zeilmaatje ontdekt en was met haar naar Schiermonnikoog geweest. Het tripje was een succes. In het begin leek alles van het Wad voor haar een beetje vies. Het slik, de zeepieren, het wier. Na verloop van tijd veranderde dat, het viel allemaal wel mee met die viezigheid en aan het eind van de trip zat ze als een klein meisje dat de wereld ontdekt in het slik alle waddendingen te onderzoeken. Ik had het gevoel dat ik bij haar een waddenknopje had omgedraaid en daar was ik trots op. Ons volgend tripje zou wat verder weg gaan. Naar Engelsmansplaat of Simonszand of zo, afhankelijk van weer en/of wind. Engelsmansplaat was voor mij bekend terrein, Simonszand nog niet en omdat ik het succes van de vorige trip tenminste wilde evenaren zo niet overtreffen moest ik Simonszand eerst maar eens in mijn eentje gaan verkennen.

Het weer is rustig. Westenwindje 2 op het Lauwersmeer, hooguit 3 op het Wad. Morgen draait hij naar Oost wordt ons beloofd. Voor de zeesluis is een andere Drascombe aan het manoeuvreren om zonder motor de sluis door te komen. "Dit is het geschikte weer voor ons, vind je niet?", vraagt een van de twee opvarenden aan mij. Ik knik bevestigend, een beetje afwezig, want ik vind hun getrek aan de sluistouwen en gewurm met de roeiriem eigenlijk een beetje overdreven. Ineens bedenk ik dat ze waarschijnlijk geen motor hebben en dus niet anders kunnen. "Ook lid van de puristenclub?" vraag ik belangstellend. Er is namelijk zojuist de Vereniging van Pure Natuurvaarders o.i.d. opgericht en ik verdenk ze ervan daar lid van te zijn. De leden van die club vinden namelijk dat je pas echt zeilt in een bootje zonder hulpmiddelen. Geen elektronica geen motor. Peilstok, olielampen, roeiriemen en vloeistofkompas toegestaan. klik Ik kan me de charme daarvan best voorstellen en probeer ook wel zo min mogelijk mijn schoon, zuinig en geluidsarm motortje te gebruiken maar ik vind de cultus daaromheen wat dogmatisch. Of mijn vriendelijk sarcasme voldoende overkomt is niet duidelijk ook al omdat ik zie dat ze weldegelijk een kleine buitenboordmotor in opgeklapte toestand bezitten. In elk geval krijgen ze in de havenkom hun zeilen snel en behendig omhoog wat mij zonder autopilot niet zo snel was gelukt. Zij zetten koers naar het oosten richting Noordpolderzijl en ik blijf wat spelen met de stroom aan de rand van het Brakzand. Zodra de vloed doorzet besluit ik ook maar oostwaarts te vertrekken, richting Simonszand.
klik Halverwege de Eilanderbalg kom ik de Drascombe weer tegen. Ze zijn dus niet naar Noordpolderzijl op weg maar waarschijnlijk ook naar Simonszand. Ze liggen voor anker vanwege het diner, denk ik.
Langs het kleine stukje kust aan de oostpunt van Schiermonnikoog waar het niet verboden is ga ik voor anker. Ik zie Simonszand liggen maar de geul maakt hier een ingewikkelde draai, ik ben hier niet bekend, het is eb en het is al bijna donker. Even later passeert de andere Drascombe ons. Ze zijn hier duidelijk beter bekend dan ik. Ik zie ze wat heen en weer zoeken en gaan dan ook voor anker. Onze twee kleine ankerlichtjes kunnen elkaar net zien.
Inmiddels staat mijn tentje op en zijn alle rituelen in volle gang. Wijntje open, potje koken, radiootje op 4, boekje lezen, moesje belt. Geen leuk nieuws. Iemand in de familie is overleden en we worden gevraagd bij de crematie aanwezig te zijn. Dat betekent dat ik na vannacht nog één nacht op het Wad kan vertoeven en die wil ik graag in de buurt van het dorp Schiermonnikoog doorbrengen zodat er, in verband met het getij, geen gelegenheid meer is om Simonszand te verkennen. Jammer, maar zo blijft er wel nog wat voor later over.

klik Als ik de volgende morgen mijn hoofd uit de kajuit steek aanschouw ik een wondermooi uitzicht. Het is heiïg, op het mistige af. Er is vrijwel geen wind en het eiland ligt er prachtig bij. Wat jammer dat moeders hier nu niet is! Ze zou prachtig kunnen aquarelleren. In plaats daarvan maak ik foto's in de hoop dat die deze schoonheid kunnen weergeven al was het maar bij benadering. Op enkele meeuwen na is het doodstil, het water lijkt spekglad en aan de Wad-zijde liggen de groene en rode tonnen van de vaargeul als museumstukken in een goedgekozen decor op hun plaats. Dit is genieten!
    (klik voor dia-show [is getest op virussen])
klik Ik maak me op om te vertrekken. Uit een ooghoek zie ik dat de andere Drascombe een stuk is terug geroeid om wat aan land te gaan rommelen. Ik zie ze in de verte wat voor mij onbekende dingen onderzoeken. Het lijkt een schimmenspel en is zo vredig dat ik het wel uit mijn hoofd laat om de motor te starten. Ik pak de ene roeiriem die ik rijk ben en drijf al wrikkend in 40 cm water naar de geul. Daar krijgt de vloed vat op Chimera en met het ongereefde grootzeil probeer ik de wind te verleiden nog iets meer te laten doen dan drijven alleen. Tevergeefs. Zodra ik uit het zicht van mijn mede-wadvaarders ben verdwenen start ik het motortje en pruttel met zo min mogelijk omwentelingen wantijwaarts. Het Wad vormt een onuitsprekelijk mooi geheel met de heiïge hemel. De horizon is slechts te vermoeden boven een boei in de verte en zijn spiegelbeeld.
klik Dit zijn de omstandigheden waar wij vroeger, laagvliegend boven het water, zo voor moesten oppassen. Omdat de horizon niet te zien was en het verschil tussen water en lucht was weggevallen was de hoogte boven het water niet meer in te schatten. Bovendien werd het risico van vertigo -orientatieproblemen- groot omdat de horizon niet zichtbaar was. Overleven was alleen mogelijk met behulp van een blindelings vertrouwen op de instrumenten.
klik In deze schimmige wereld vervolgen we onze weg naar het wantij. Er is geen stroom meer, het zicht is wat opgelopen en ik heb de indruk dat de wind wat aantrekt. Onmiddellijk wordt de motor gestopt en tot mijn vreugde blijven we wat voortgang maken. Straks wordt het beter wanneer de ebstroom mee gaat lopen.
In de verte zie ik twee bouwwerken opdoemen. Wie hebben die hier zo gauw neergezet? Of zijn het misschien twee kokkelvissers die hier hun laatste kwantum mogen opsnoepen? Twee mysterieuze symmetrische vlekken die langzamerhand omgevormd worden in twee mooie witte platbodems die ons tegemoet motoren. Erg hard gaat het niet want het duurt allemaal lang voordat ze zo groot worden dat ze horen te zijn. Te lang, er klopt iets niet. Dan realiseer ik me dat ze voor anker liggen.
klik De stroom trekt aan en de wind wordt minder. De relatieve wind, moet ik zeggen. De stroom heeft het van de wind overgenomen. De zeilen hangen lusteloos en doodstil drijven we langs de slapende helderwitte platbodems.
Vanuit het oosten wordt gebrom hoorbaar en na enig turen wordt een scheepje dat ons achterop komt zichtbaar. Het blijkt een garnalenvisser te zijn met zijn netten wijdgespreid te drogen hangend. Ook dit levert een prachtig gezicht op en ik heb alle tijd om mijn trage digitale camera in te stellen in de hoop dit tafereeltje vast te leggen. klik Ik wrik Chimera wat buiten de geul om ruimte aan de visserman te geven die, op zijn beurt, vaart vermindert. Hij doet de deur van zijn stuurhut open en komt half naar buiten om te groeten. Ik beantwoord zijn groet en een warm gevoel van kameraadschap overvalt me. Ik snap het helemaal dat een visserman geen ander vak wil dan het zijne.
Een uurtje verder wint de zon het van de vochtigheid, het zicht neemt toe evenals stroom en wind. De lappen vullen zich weer en met een half oog op de fishfinder (die zelfs 20 cm diepte nog aangeeft) zoek ik de rand van het Brakzand op om zo kort mogelijk over te steken naar de Siegewal. Ruim voor laagwater komen we er aan. Tussen tonnetje 10 en de vuurtoren, in 40 cm water gaan we ten anker en alles wordt klaargemaakt voor het droogvallen. Tentje op, stootwillen onder Chimmetjes buik, puts water aan boord voor de blubbervoeten, Eerst een maaltje maken. Er is nog wat kant en klare aardappelpuree met een smaakje, evenals een hamburger in een pakje. Jammer dat er geen verse groente is.
klik Wacht even... verse groente zat natuurlijk. Ik stap overboord, loop een eind in de richting van de duinen en vind al gauw een uitgestrekt veld met zeekraal. Aan een veld zo volgeladen mist men een twee takjes niet.
De rest van de trip is standaard. Rugzak om en op naar een heerlijk glaasje Dokkumer koffie in het uitstekend restaurant wat vroeger de pizzaria was. Rustige nacht. Rustige volgende dag. Vlotte schutting in Lauwersoog. Patatje in Oostmahorn en Chimera toegedekt in haar eigen Dokkumernieuwezijlster box.
Ondanks de slappe wind was het een van mijn mooiste Waddentripjes.   Op naar een andere, droeviger trip.


-oOo-




web
analytics